Impact van vernieuwde wet- en regelgeving op ouderinitiatieven

Het vernieuwde zorgstelsel (Wmo-2015, Wlz, Zvw en de Jeugdwet) brengt vanwege nieuwe wet-en regelgeving, veel veranderingen en verplichtingen met zich mee. Zowel voor nieuwe – als bestaande zorgaanbieders.

Deze veranderingen hebben met de komst van de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza), per 1 januari 2022, veel raakvlakken met bestaande ouderinitiatieven. Voor deze initiatieven gelden een aantal uitzonderingen, die beter passen bij de wijze waarop de ouderinitiatieven omgaan met; kwaliteit van de zorg; eigen regie; inkoop van de zorg en medezeggenschap.

We beschrijven in dit artikel beknopt, vanuit ‘Grasboom-perspectief’, op welke wijze en hoe de verschillende wetten en regels van invloed zijn op de ouderinitiatieven.

Voor wie geldt de Wtza?

De nieuwe Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) stelt scherpere eisen aan toetreding tot de zorg. De wet is van toepassing op alle zorgaanbieders die, in de zin van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz), zorg leveren volgens de Wet langdurige zorg (Wlz). Ouderinitiatieven die, naast een Wmo 2015 maatvoorziening, ook zorg leveren vanuit de Wlz, hebben een (aan)meldplicht.

Meldplicht Wtza voor ouderinitiatief

Bestaande zorgaanbieders die zorg verlenen en ‘doen verlenen’ volgens de Wkkgz, dienen zich binnen zes maanden na inwerkingtreding van de Wtza (1 januari 2022) te melden bij IGJ. Dus uiterlijk voor 1 juli 2022.

Elk ouderinitiatief dat Wlz-zorg levert volgens de Wkkgz, moet zich aanmelden bij de IGJ.

Geen vergunningsplicht Wtza voor ouderinitiatief met minder dan 10 zorgverleners

Een bestaande Wmo-aanbieder die ook Wlz-zorg gaat leveren, met minder dan 10 zorgverleners hoeft geen Wtza-vergunning aan te vragen. Het aantal 10 geldt alleen voor medewerkers met een zorgtaak; dus niet voor niet meewerkende teamleiders in de zorg; huishoudelijke hulpen; enz.

Als dit aantal (10) na inwerkingtreding van de Wtza wordt overschreden dan moet in dat geval alsnog een Wtza-vergunning worden aangevraagd. Deze aanvraag dient binnen zes maanden, nadat de grens van 10 zorgverleners is overschreden, te worden ingediend.

Geen interne toezichthouder bij Familie-ouderinitiatieven

Binnen de Wtza wordt een uitzondering gemaakt op de eis voor een onafhankelijke interne toezichthouder bij familie-ouderinitiatieven. Nader bezien bleek, bij het wetsontwerp, deze eis disprortioneel omdat ouders en/of familie zelf de regie voeren over de zorg van hun naasten. Op 10 november 2020 heeft de Tweede Kamer met algemene stemmen hierover een motie van Vera Bergkamp (D66) aangenomen.

Zie ook op De Grasboom: Wtza voorwaarde voor ’toezichthouder’ bij ouderinitiatief disproportioneel

Wtzi-toelating niet nodig voor ouderinitiatief waarbij zorg wordt bekostigd uit Pgb

Om zorg onder Wet langdurige zorg (Wlz) te mogen declareren is een Wtzi-toelating vereist voor zorgaanbieders. Dit geldt niet voor ouderinitiatieven indien;

  • de zorg wordt geleverd en betaald vanuit het Pgb;
  • de zorg wordt geleverd en bekostigd vanuit de Wmo-2015.

Toezicht bij ouderinitiatieven volgens Wmo 2015

Ouderinitiatieven die als aanbieder (hoofdaannemer) een maatwerkvoorziening leveren volgens de Wmo-2015, vallen onder het toezicht van de gemeente; de regionale GGD fungeert, vaak in samenwerking met de IGJ, als toezichthouder. De IGJ houdt ook toezicht bij uitvoering van de wet Wvggz binnen een Wmo wooninitiatief.

Een ‘Wmo-ouderinitiatief’ met uitsluitend ‘Wmo-bewoners’, moet voldoen aan de wettelijke vereisten op gebied van kwaliteit en klachten uit de Wmo-2015. Met instellingen die voor de zorgverlening onder de Wkkgz vallen, zullen gemeenten geen moeite hebben, omdat deze wet de kwaliteitseisen in de zorg goed regelt.

Toezicht bij ouderinitiatieven volgens Wlz

Ouderinitiatieven die als zorgaanbieder (hoofdaannemer) de zorg leveren volgens de Wlz, vallen onder toezicht van de Inspectie (IGJ) en de Nederlandse zorgautoriteit (Nza); voor hen is de Wkkgz (Wet kwaliteit, klachten en geschillen) van toepassing. De IGJ regelt het toezicht voor kwalitatief goede zorg en de NZa voor financieel beleid en rechtmatigheid van uitgaven aan zorggelden.

Toezichthouder bij ouderinitiatief met een ‘bewoners-mix’ Wlz & Wmo 2015

Als er, binnen eenzelfde wooninitiatief, één of meerdere bewoners volgens de Wlz hun zorg ontvangen en de overige bewoners volgens de Wmo-2015, dan valt het gehele wooninitiatief onder de kwaliteitseisen van de Wkkgz en wordt de IGJ automatisch toezichthouder voor het hele project.

Onderaannemer is ‘geen zorgaanbieder’ volgens de Wkkgz

Een onderaannemer is geen zorgaanbieder in de zin van de Wkkgz. De hoofdaannemer is op grond van artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van de Wkkgz verplicht om, in het geval hij zorg laat verlenen door één of meerdere onderaannemers, een schriftelijke overeenkomst met de betreffende onderaannemer te sluiten om te waarborgen dat deze partij, bij de zorgverlening, zich laat leiden door de op hoofdaannemer (zijnde de zorgaanbieder) rustende wettelijke verplichtingen op grond van de Wkkgz. Het is belangrijk dit te borgen en in een clausule op te nemen in de zorg-overeenkomst met de onderaannemer. De hoofdaannemer blijft, in hoedanigheid als ‘formeel zorgaanbieder’, eindverantwoordelijk.

Kwaliteitseisen goed verdelen tussen zorgaanbieder en zorgleverancier

Het is belangrijk om de kwaliteitseisen die de IGJ stelt, volgens de Wkggz, goed te verdelen tussen de onderaannemer (zorgleverancier) en de hoofdaannemer (zorgaanbieder). Regel goed hoe de kwaliteit van de zorg wordt verantwoord aan de hoofdaannemer. De hoofdaannemer kan aangeven hoe hij deze de kwaliteit meet. Het is van belang om in de overeenkomst met de onderaannemer op te nemen dat deze alle informatie verstrekt die het ouderinitiatief nodig heeft om zijn taak als zorgaanbieder te kunnen vervullen.

NB. Door de werkgroep Ondersteuning Zorgcommissie Grasboom is een document opgesteld met als titel Kwaliteit Zorg. Deze handreiking is op basis van de Wkkgz opgesteld en beschrijft hoe de Grasboom ouderinitiatieven hun zorg hebben geregeld.

Zie ook op De Grasboom: De kwaliteit van de zorg

Wat is volgens het Rijk een zorgaanbieder?

Niet Het Rijk bepaalt wanneer er sprake is van een zorgaanbieder, maar de betreffende wet die van toepassing is. De definitie van het begrip zorgaanbieder kan per wet verschillen. Bijvoorbeeld;

In de Wlz art 1.1.1 staat de volgende definitie opgenomen:
Zorgaanbieder: een instelling dan wel een solistisch werkende zorgverlener;

In de Wmo 2015 art 1.1 staat de volgende definitie opgenomen:
Aanbieder: natuurlijke persoon of rechtspersoon die jegens het college gehouden is een algemene voorziening of een maatwerkvoorziening te leveren

Wat is op grond van de Wkkgz een zorgaanbieder?

In de Wkkgz is een ‘zorgaanbieder’, een instelling dan wel een solistisch werkende zorgverlener die zorg levert zoals bedoeld in de Wkkgz . Vervolgens is een ‘instelling’ in de Wkkgz gedefinieerd als een rechtspersoon die bedrijfsmatig zorg verleent; een organisatorisch verband van natuurlijke personen die bedrijfsmatige zorg verlenen of doen verlenen. (of een natuurlijke persoon die bedrijfsmatig zorg verleent)

Is een ouderinitiatief een Zorginstelling?

Hoewel veel ouders en bewoners rillingen krijgen bij de term ‘instelling’, moeten we deze aanduiding meer zien als een juridische vertaling van een zorgorganisatie die ‘zorg verleent’ of ‘doet verlenen’.

Hoe een ouderinitiatief wordt ‘gezien’ is soms afhankelijk van de financieringsvorm en welke wet bij de uitvoering van toepassing is ;

Wkkgz : ouderinitiatief is een instelling als zij wordt gefinancierd via Pgb. (Wlz en Zvw)
Wvggz : ouderinitiatief is geen instelling omdat hier sprake is van ambulante zorg thuis.
Wlz : bij individuele Pgb’s wordt collectiviteit niet echt erkend; zorg wordt individueel verantwoord
Wmo : evenals bij de Wlz wil men meestal de zorg individueel verantwoord zien; geen collectief
Wmcz : ouderinitiatief is een instelling
Wtza : ouderinitiatief is een instelling

Cliëntenraad niet verplicht bij ouderinitiatieven in de Wmcz 2018, tenzij…

Sinds 1 juli 2020 is de wetgeving ten aanzien van medezeggenschap van cliënten in de zorg aanzienlijk gewijzigd door de inwerkingtreding van de Wet medezeggenschap (Wmcz 2018). Door de wet worden meer zorgorganisaties verplicht om een cliëntenraad in te stellen.
Voor Pgb bekostigde zorgverlening is in de Wmcz 2018 een uitzondering gemaakt.

Als in een ouderinitiatief (als instelling) de zorg uitsluitend wordt bekostigd vanuit een Pgb, dan wordt dit initiatief uitgezonderd van de verplichting om cliëntenraad in te stellen.

Hierbij is wel vereist dat de meerderheid van de zeggenschap in het bestuur van de instelling is belegd bij de cliënten of hun wettelijk vertegenwoordigers of familie. Is daar geen sprake van, dan kan de instelling (afhankelijk van het aantal zorgverleners) alsnog verplicht worden om een cliëntenraad in te stellen.

Zie ook op De Grasboom: Uitzondering in Wmcz 2018 over medezeggenschap in ouderinitiatieven

De Wet verplichte Ggz (Wvggz)

De nieuwe Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) maakt het mogelijk om verplichte zorg, zoals het toedienen van verplichte medicatie of het uitoefenen van toezicht op betrokkene, ambulant, bij iemand thuis aan te bieden. Onvrijwillige zorg (dwang) is alleen van toepassing is op psychiatrische patiënten, die onder psychiatrische behandeling staan en waarbij de situatie dreigt te escaleren.

Vrijwillige zorg is het uitgangspunt van de wet. Het besluit hiertoe kan uitsluitend genomen worden door de behandelend psychiater, na consultatie van een onafhankelijke psychiater en van de familie. Van onvrijwillige zorg kan pas sprake zijn als alle alternatieven, die op vrijwilligheid zijn gebaseerd, volledig zijn benut.

Door het aanbieden van deze zorg in de thuissituatie, blijft de zorgvrager makkelijker in contact met familie en vrienden en kan blijven deelnemen aan de samenleving. De betrokkenheid van familie en naasten bij de beslissing voor verplichte zorg, wordt in samenspraak vastgelegd in een zorgplan. Aanvullende ondersteuning en begeleiding vanuit het begeleidingsteam op de lokatie kan wenselijk zijn, maar moet per geval worden bekeken of de gevraagde begeleiding vanuit het team geboden kan worden.

De zorg die bij alle Grasboom ouderinitiatieven geboden wordt is ‘maatwerk’ die voornamelijk is gericht op begeleiding; dus niet op psychiatrische behandeling. Begeleiders gaan de dwang-maatregel niet uitvoeren, dat is aan de behandelende sector. De zorgaanbieder; dus de behandelend psychiater en de door hem benoemde zorg-verantwoordelijke (meestal een arts of andere deskundige binnen zijn eigen organisatie), zijn geheel verantwoordelijk voor de uitvoering van de maatregel.

Alleen als het in de eigen omgeving echt niet kan, bijvoorbeeld als het er niet veilig genoeg is voor de persoon zelf en zijn omgeving, of als de persoon zelf niet wil, kan tijdelijke behandeling buiten de eigen woning een betere oplossing zijn.

Als de psychiatrische problematiek blijvend op de voorgrond staat en psychiatrische begeleiding niet geboden kan worden, is het in belang van de zorgvrager zelf, om gezamenlijk uit te kijken naar een andere, beter passende, setting buiten de Grasboom.

Zie ook op De Grasboom: De Wet Verplichte Ggz en het ouderinitiatief